maandag 24 januari 2011

Wet van Murphy

24-01-2011
Nooit gedacht dat ik ooit nog eens in de lelijkste wielertrui aller tijden een wedstrijdje zou rijden. Gelukkig lag er zo veel vuil op het parcours dat de opdrukken al snel niet meer te lezen waren. (een soort mijnwerkers op de fiets, dat werden we)


Op het lelijkste wielershirt aller tijden prijkt groot de reclame voor de Apres Skihut (voor de uitgaans-leken onder u; zo’n beetje de foutste uitgaansgelegenheid in Rotterdam). Behalve een ontzettend lelijk logo en een vreselijke kleurencombinatie ook een bijzondere combinatie met een wielerclub.

Gelukkig stonden er al andere sponsors op het shirt toen ik bij Ahoy kwam rijden. Dat ik zaterdag toch in dit shirt kwam te rijden, was een gevalletje wet-van-Murphy. Toen ik net van huis was vertrokken bedacht ik me dat ik vergeten was mijn wedstrijd-shirt in mijn tas te stoppen. Geen probleem, dacht ik toen, ik kon ook rijden in mijn shirt met lange mouwen die ik al aan had. Maar nadat ik mijn rugnummer op dat shirt had gespeld en het shirt weer aan wilde trekken, begaf de ritssluiting het. En met nog 5 minuten tot de start van de wedstrijd te gaan kon ik niet anders dan een teamgenoot vragen of hij een reserveshirt bij zich had. En die had ie, eentje die hij normaal alleen durft te gebruiken als ondershirt.

Thuisgekomen bleek mijn band langzaam leeg te lopen. Een wet-van-Murphy-twijfelgevalletje, ik had het immers nog wel tot thuis gered.

Wil ik ooit nog eens een wedstrijd in de mooiste wielertrui ter wereld te rijden zal ik zelfs aan de omgekeerde wet van Murphy niet genoeg hebben. Misschien dat ik nog eens de bolletjestrui in de winkel ga kopen...


maandag 17 januari 2011

Partijtje

17-01-2011
Het was een beetje als een kinderfeestje, de laatste veldritwedstrijd. Het was nog niet zo dat we in plaats van onze wielerlicentie onze zwemdiploma moesten laten zien, maar sommige stukken van het parcours deden niet onder voor een olympisch zwembad. 



Door plassen op asfalt rijden is leuk, maar plassen op onverharde delen geven modder, en dat is natuurlijk nog veel leuker! Ik heb er weer van genoten om als een klein kind zo hard mogelijk door de modder te scheuren. Gelukkig deze keer niet zoals vorige week van die zuigende modder waardoor je bijna niet meer vooruit komt, maar zachte blubber waardoor zand in al je kleding wordt opgezogen en je je verbaast dat je na 3 wasbeurten nog steeds zand in de wasmachine vindt. 

Door een foutje bij een van de hindernissen in de een-na-laatste ronde wat tijd verloren, bijgehaald en ingehaald door mijn achtervolger waardoor ik net het podium miste. Wel tweede geworden in het eindklassement. Na de prijsuitreiking samen met de andere veldrijders met ranja (in het kader van het kinderfeestje, maar er mag ook gelezen worden: biertje) geproost op het einde van een leuk seizoen. Volgende week weer lekker op het asfalt, al kan ik me van vorig jaar herinneren dat je daar ook erg vies van kan worden.

De laatste mooie plaatjes van het veldritseizoen: 





dinsdag 11 januari 2011

Modder

11-01-2011
Gras, sneeuw, gesmolten sneeuw, regen, wielrenners, modder. Heel veel modder. Dat is ongeveer de geschiedenis van de strook gras waar de cross van afgelopen zaterdag overheen ging. Zo veel modder dat de snelheid wel heel laag werd. En ik doe het toch ook een beetje voor de snelheid...
Volgens mij dus niet de leukste cross van het jaar, al zijn anderen het daar niet mee eens


En met dat beestenweer toch nog toeschouwers, fotograven en vrijwilligers langs de kant. Respect! 
Helaas was de renner die ik in het klassement voor me heb bijzonder sterk. Niet bij te houden. Hij wint de wedstrijd en daarmee definitief ook het klassement. Ik haal helaas net het podium niet deze wedstrijd.




maandag 3 januari 2011

Stofje

03-01-2011
Wielrennen is een veel beschreven sport. Tim Krabbe, Thijs Zonneveld, Kees van Kooten, fietsers die een leuk stukje kunnen schrijven. En andersom. Een schril contract met bijvoorbeeld voetballers, die komen niet veel verder dan een column met kritiek op hun eigen club.

En ik weet hoe het komt dat al die wielrenners zo veel schrijven. Het is een stofje in je hoofd. Dat blijkbaar alleen vrij komt als je met een aantal gelijkgestemden zo snel mogelijk een bepaalde afstand fietsend probeert af te leggen.  Ik ben dan ook niet de enige die af en toe een stukje over mijn wedstrijdbelevenissen op internet zet. Ook mijn pelotongenoten Ronald, James of Geer typen regelmatig iets. Blijkbaar hebben we hier naast de uren op de fiets ook nog tijd voor. Maar wij winnen ergens tijd. Door het stofje.

Voor inspiratie hebben we geen extra tijd nodig. De ideeën borrelen tijdens het fietsen op. Fietsen alleen is blijkbaar te saai; je gedachten dwalen vanzelf naar nieuwe ideeën. Maar het leuke van het stofje is dat het je een soort van energie geeft. Je verwacht moe te zijn na een wedstrijd, maar ik bewaar mijn meest gehate huishoudelijke klusjes juist voor na de wedstrijd, dan lijken die dingen opeens vanzelf te gaan. Hoe mooi! Eerst een beetje hobby-en, en daardoor vervelende klusjes makkelijker afhandelen! Eigenlijk zou iedereen op de fiets naar zijn werk moeten gaan.

En het is nog mooier. Het stofje zorgt er zelfs voor dat negatieve gevoelens verminderen. Afgelopen zondag voor de tweede keer dit seizoen mijn achterderailleur eraf gereden door de vele modder op het parcours. Weg goede klassering. Alle inspanningen voor niets. En toch liep ik tevreden met mijn fiets over de schouder terug naar de start (want pech overkomt je altijd op het punt van het parcours dat het verst weg is van de start lijkt het). Volgens mij door het stofje, een of andere nep-drug met literaire uitwerking.


Nog twee veldritten te gaan dit seizoen, Berkel en bij mijn eigen club Ahoy (8 en 15 jan). Helaas waarschijnlijk te weinig om de eerst plek in het klassement nog te veroveren, maar wie weet...

En de culturele tip: Tikkop van Adriaan Wolker. Bijzonder verhaal over Zuid-Afrika.